Zeelandbrug sluiting

Wat betekent de sluiting van de Zeelandbrug voor onze inwoners?

Nieuwsbericht

In het najaar van 2026 staat groot onderhoud aan de Zeelandbrug op de planning. Tussen 1 september en 31 december is de brug wekenlang volledig afgesloten voor gemotoriseerd verkeer. Deze afsluiting heeft niet alleen invloed op forenzen en ondernemers, maar raakt ook de dagelijkse routines van gezinnen. Hoe gaan inwoners daarmee om? We vroegen het aan Evelein Mesman uit Zierikzee, de eerste in een reeks gesprekken over de impact van de sluiting.

Evelein maakt zich zorgen over wat de afsluiting van de Zeelandbrug gaat betekenen voor haar dochter Suzanna. Suzanna is 12 jaar en gaat naar OdyZee, een school voor speciaal onderwijs in Goes. Elke dag wordt ze opgehaald door een taxibusje van Taxi De Vlieger, maar de afsluiting van de Zeelandbrug zal de rit aanzienlijk verlengen.

“Die chauffeurs zijn ontzettend lief en betrokken, daar ligt het niet aan,” vertelt Evelein. “Het leerlingenvervoer is heel goed geregeld. Ik ben daar echt tevreden over. Maar straks kunnen ze niet meer over de brug en moeten ze helemaal omrijden via de Oosterscheldekering. Dan zitten de kinderen zomaar 30 minuten langer in de taxi.”

En dat is fors, voor kinderen die nu al lang onderweg zijn. “Suzanna wordt meestal rond 07.45 uur opgehaald en komt pas rond 15.00 uur weer thuis. Als de rit langer wordt, moet ze straks misschien om zeven uur klaar staan en is ze pas om half vier binnen. Dat is voor een kind dat snel overprikkeld raakt echt zwaar.”

Evelein maakt zich zorgen over de impact. “De reistijden zijn lang, zeker als het druk is op de weg.” Sommige kinderen hebben bovendien moeite met verandering. “Ze raken van slag als bijvoorbeeld de chauffeur twee minuten te laat komt. Verandering van route of tijd kan echt stress veroorzaken.”

Als ouder probeert ze haar dochter zo goed mogelijk te begeleiden, maar ze wacht bewust met het vertellen over de aanstaande afsluiting. “Je wil pas iets zeggen als je de vijf W’s kunt beantwoorden: wie, wat, waar, wanneer en waarom. Dan kun je rust bieden. Anders gaat het malen in dat koppie.”

Ze hoopt dat er bij zulke ingrijpende besluiten beter wordt nagedacht over kwetsbare doelgroepen. “Ze bedoelen het niet verkeerd, maar ik denk dat mensen die zulke besluiten nemen niet altijd stilstaan bij wat het betekent voor kinderen zoals Suzanna. Voor hen is een extra halfuur in een busje een wereld van verschil.”

Wat zou helpen? Evelein denkt even hardop mee: “Ik weet niet of er voldoende chauffeurs zijn of dat het überhaupt mogelijk is, maar het zou kunnen helpen als er een extra taxi rijdt in die periode, zodat de ritten korter worden. Minder kinderen per bus, minder adressen, minder reistijd. Op die manier blijft de reis zo aangenaam mogelijk, ondanks de extra reistijd die de afsluiting met zich meebrengt.”