RENESSE – Sinds 15 april is Hans Geurtsen de nieuwe voorzitter van de Ondernemersvereniging Renesse. En hoewel zijn voorzitterschap nog pril is, heeft hij al een duidelijke visie voor de toekomst van Renesse: de groei van het toerisme heeft zijn grenzen bereikt. “Het gaat nu niet meer om méér bezoekers, maar om nóg beter aanbod.”
Volgens Geurtsen, die jarenlang voorzitter was van de Dorpsraad in Renesse, is het tijd voor een andere manier van denken. “Meer toeristen aantrekken is simpelweg geen optie meer. We zitten aan onze limiet – de capaciteit is bereikt en uitbreiding is vrijwel onmogelijk. Wat wél kan, is het bestaande aanbod nog verder verbeteren. Door meer te focussen op originaliteit en kwaliteit kunnen ondernemers het gebrek aan groei compenseren. Dan ga je ook een ander publiek trekken, denk ik.”
Geurtsen denkt aan een verdere upgrade op campings, zoals glamping, privé-sanitair, en de inzet op lokale streekproducten. “De vraag naar kwaliteit groeit. Mensen zijn bereid te betalen voor een betere beleving – niet alleen in overnachtingen, maar ook in wat ze eten, waar ze winkelen en hoe ze hun tijd besteden.” Daarbij mogen ook de toeristische markten wat hem betreft kritisch tegen het licht worden gehouden. “Neem nou de markten – met alle respect, ik zie ze al vijftien jaar voorbij komen in het seizoen, maar eerlijk gezegd: ik vind ze nou niet bepaald geweldig. Ze dragen niet bij aan de kwaliteit die je zou willen uitstralen.”
Een voor de hand liggende, kritische vraag is of Renesse met deze plannen én de aanstaande btw-verhoging op overnachtingen – van 9 naar 21 procent – niet alleen nog bereikbaar blijft voor de meer welgestelde toerist. “Ik was al bang dat die vraag zou komen,” lacht hij. “Maar de ‘upper ten’ is niet ons doelpubliek, al zijn ze natuurlijk welkom. We willen toegankelijk blijven. De gewone toerist moet hier nog steeds gewoon vakantie kunnen vieren. De uitdaging ligt erin om de prijsverhoging te verantwoorden door een betere beleving te bieden, zónder dat we de drempel voor het reguliere publiek verhogen.”
(tekst gaat door onder de afbeeldingen)


©Julianahoeve en @HeerlijkZo
Het dorp ‘op slot’ met piekdrukte
Over de drukte in het hoogseizoen heeft Geurtsen een uitgesproken mening. “Durf het dorp op slot te gooien,” zegt hij resoluut. “Dagjesmensen zijn prima, maar ze zijn nauwelijks te reguleren. Als het Transferium vol is, gaan ze rondrijden op zoek naar een plekje. Dan moet je gewoon durven zeggen: we zitten vol, het dorp gaat dicht.”
Hij noemt dat het punt al jarenlang speelt in Renesse. “Er wordt dan gezegd dat je goed gastheerschap moet tonen, maar dat is het toch ook niet als iedereen elkaar voor de donder rijdt? Zorg er nou voor dat het gezellig wordt op die drukke dagen. Kijk, een ondernemer gaat echt niet méér verdienen als er nog honderd auto’s bij komen. Integendeel: dan rijdt iedereen gefrustreerd rond omdat ze hun auto nergens kwijt kunnen. Het zijn juist de mensen die op tijd waren en rustig door het dorp kunnen lopen die gaan winkelen en op het terras zitten.”
Koers uitzetten
De Ondernemersvereniging Renesse maakt een frisse doorstart, nu het bestuur weer op volle sterkte is. “We hebben nu gelukkig weer negen bestuursleden. Dat geeft ruimte om écht een koers uit te zetten. We willen met z’n allen een professionaliseringsslag maken.”
Een belangrijk onderdeel van die professionalisering zit in de manier van organiseren. “We willen af van het volledig vrijwillige karakter,” zegt Geurtsen. “De boekhouding besteden we daarom uit aan een administratiekantoor, en ook communicatie en promotie willen we onderbrengen bij een professioneel bureau.” Alles moet een kwaliteitsimpuls krijgen – van de website van Renesse aan Zee tot evenementen en andere uitingen. “Renesse is een sterk merk, maar daar moeten we ook naar handelen.”
‘Inwoners vinden het te druk worden’
Tegelijkertijd benadrukt Geurtsen dat professionalisering niet alleen over marketing en uitstraling gaat, maar ook over het bewaken van de balans in het dorp. “Er zit best wat onvrede onder de inwoners,” zegt hij. “Ze vinden het te druk worden. Het wordt allemaal te vol.” Die zorgen mogen niet genegeerd worden, vindt hij. “We moeten de inwoners aan boord houden, want zonder hen – zonder een levende kern – zijn ook de ondernemers uiteindelijk ten dode opgeschreven.”
Woningbouw is daarin een cruciaal punt. “We hebben dringend huisvesting nodig voor werknemers – daar lopen we echt om te gillen – en ook voor de kinderen van ondernemers die hier willen blijven wonen. Dat mes snijdt aan twee kanten.” Geurtsen ziet kansen om als ondernemersvereniging daar een rol in te spelen. “Neem de appartementen boven de Bomont. Het zou mooi zijn als die beschikbaar kwamen voor starters. En zo zijn er nog wat projecten die mogelijk op gang komen; die zouden we prima kunnen inrichten voor jonge mensen. Ik zou zeggen: Kom op!”