De 22-jarige masterstudent Bjorn Bouwman studeert Innovation Management aan de TU Eindhoven. Naast zijn studie houdt hij ervan om zijn sport in te zetten voor het goede doel. In het verleden heeft hij al marathons gelopen voor Kika en dit weekend loopt hij mee in de RoPaRun voor het team van Schouwen-Duiveland. Hij vertelt over zijn motivatie en blikt vooruit op aankomend weekend.
Klik op het pijltje voor informatie over de RoPaRun:
De RoPaRun is een estafetteloop van meer dan 500 kilometer, waarbij teams in een etappevorm hardlopend van Parijs naar Rotterdam trekken. De RoPaRun wordt jaarlijks georganiseerd tijdens het Pinksterweekend en staat volledig in het teken van het motto: “Leven toevoegen aan de dagen, waar vaak geen dagen meer kunnen worden toegevoegd aan het leven.”
De deelnemers – hardlopers, fietsers, chauffeurs en ondersteunende teamleden – zamelen geld in voor mensen met kanker. De opbrengst gaat naar projecten die het leven van kankerpatiënten dragelijker maken, bijvoorbeeld door de financiering van palliatieve zorg of het mogelijk maken van een laatste wens. Sinds de eerste editie in 1992 is de RoPaRun uitgegroeid tot een van de grootste goede doelen-estafettes van Europa.
Hardlopen en studeren
Bjorn komt uit Zierikzee, maar studeert dus in Eindhoven. Nadat hij zijn bachelor afrondde is hij daar ook begonnen aan een master en in zijn vrije tijd houdt hij zich graag bezig met hardlopen. Waar hij alle tijd vandaan haalt? “Het is af en toe – en zeker op dit moment – wel heel druk,” vertelt hij, “maar als je dingen doet die je leuk vindt, is het ook niet erg om daar je tijd aan te besteden.” Ondertussen loopt Bjorn al zo’n zeven jaar hard en weet hij goed hoe hij eromheen moet plannen. In die zeven jaar heeft hij flink wat kilometers gemaakt. De eerste marathon die hij liep was de Petra Desert Marathon in Jordanië. Daar liep hij voor KiKa: “Ik wilde me inschrijven voor een marathon en kwam de advertentie van KiKa tegen. Mijn neefje heeft leukemie gehad, dus toen ik die advertentie zag kwamen er voor mij twee dingen samen.” Bjorn besloot toen om met zijn marathon geld in te zamelen voor KiKa en nu loopt hij dus de RoPaRun, om geld in te zamelen voor palliatieve zorg voor mensen die kanker hebben. “De captain van ons RoPaRun team, Leen Coenraad, heeft bijvoorbeeld een verzoek aan stichting RoPaRun gedaan voor de hospice in Zierikzee. Zij hebben toen meer dan €15000 beschikbaar gesteld om nieuwe kasten te kopen voor op de kamers van bewoners. Ik vind het mooi om te zien hoe een lokaal team echt invloed kan hebben.”
Je vraagt je misschien af hoe de RoPaRun er voor Bjorn uitziet. Bjorn is een van de acht hardlopers op het team, maar het team is veel groter dan dat: “Eigenlijk bestaat het team uit twee subteams. We hebben in totaal acht hardlopers, vier fietsers, twee chauffeurs en twee navigators. Deze worden onder de subteams verdeeld.” Tijdens de estafetteloop is het subteam van Bjorn óf op de route, óf aan het rusten. Ieder subteam legt blokken van zo’n zestig kilometer af en wordt dan afgelost. Is de RoPaRun zwaarder of minder zwaar dan een marathon? “Qua puur lopen is het minder zwaar. Iedere loper loopt bij ons zo’n kilometer tot anderhalve kilometer en dan wordt er doorgewisseld. De fietsers rijden wel het hele blok in een keer. Dat gebeurt altijd in een vaste opstelling. Voorop een fietser, in het midden de loper en achterop de andere fietser. De overige drie lopers in het subteam rijden met de chauffeur en navigator mee, totdat ze weer aan de beurt zijn.”
Uitdaging
Toch is de RoPaRun op sommige vlakken weer zwaarder dan de marathon, vooral op het gebied van slaap, zo vertelt Bjorn: “Je slaapt steeds maar een paar uurtjes, soms slaap je overdag, andere momenten slaap je helemaal niet. Dat maakt het heel anders dan een marathon. Ook het ’s nachts lopen maakt het zwaarder.” Vooral de kou speelt hierin een rol. Als Bjorn in de kou loopt is zijn shift alweer bijna voorbij als hij weer warm is. Toch mag hij niet te veel klagen van zichzelf: “Als het koud is wachten we zolang mogelijk in het warme busje, totdat we de persoon zien die we moeten overnemen. De fietsers hebben die luxe niet. Het is voor hen veel moeilijker om warm te blijven. De loper bepaalt het tempo, dat ligt ongeveer op elf kilometer per uur gemiddeld.” Normaal gaat een fietser tussen de twintig en dertig kilometer per uur.
Teamgevoel
Een van de mooiste elementen van de RoPaRun is voor Bjorn het teambelang. De organisatie van de RoPaRun regelt de grote lijnen, maar daarbinnen zijn zo’n 200 tot 250 teams. Hij vind het mooi om te zien hoe iedereen in het team bijdraagt aan het voltooien van de estafetteloop: “Het zijn niet alleen de lopers of de fietsers. Ook de chauffeurs, navigators, mensen op het basiskamp en masseurs. Iedereen in het team draagt bij aan ons succes. We doen het echt samen,” vertelt Bjorn enthousiast.

Het team van Schouwen-Duiveland
De start is op zaterdag om 11:40 in Clastres in Frankrijk. Op maandagmiddag verwacht het team de finish in Rotterdam te bereiken: “Hoe laat weten we nog niet precies. Dat hangt van een aantal factoren af, maar we hopen ergens tussen drie en vijf in Rotterdam te zijn.”